Wat is tiffany?
 
De tiffany techniek is ontwikkeld door Louis Comfort Tiffany, die eind 19e, begin 20e eeuw leefde. Hij vond dat de traditionele loodprofielen te zwaar en te eendimensionaal waren. De tiffany techniek houdt in dat stukken glas omwikkeld worden met een koperfolie, waarna de stukken vervolgens aan elkaar gesoldeerd worden. Louis Comfort Tiffany ontdekte dat het voordeel van tiffany is dat glas in koperfolie minder zwaar is dan glas-in-lood en ook steviger, omdat de folie compleet met soldeertin wordt bedekt.
 
 
Hoe werkt het?
 
Net als bij glas-in-lood wordt bij tiffany eerst een ontwerp gemaakt. Dit ontwerp wordt vervolgens met de speciale tiffanyschaar uitgeknipt. Deze schaar zorgt ervoor dat de ruimte, die nodig is tussen de glasstukken, ontstaat. Vervolgens wordt elk stuk glas met koperfolie omwikkeld en met de foliestrijker gladgestreken. Uiteraard kan hiervoor ook een koperfoliewikkelmachine gebruikt worden. De meningen hierover zijn echter nogal verdeeld. De één vindt het een heel handig apparaat om mee te werken en de ander omwikkelt het glas liever met de hand.
 
Na het omwikkelen en gladstrijken worden de verschillende glasdelen tegen elkaar aan gelegd bovenop het patroon. Na het aanbrengen van een vloeimiddel worden de delen eerst op punten aan elkaar gesoldeerd, zodat ze niet meer kunnen verschuiven. Dit heet puntsolderen. Vervolgens worden alle naden gesoldeerd door middel van vertinnen of vlaksolderen. Daarna worden de naden afgewerkt door middel van kraalsolderen. Dit wordt over het algemeen alleen gedaan aan de buitenkant (goede kant) van het werkstuk. U kunt een bolle, ronde of gladde naad solderen, al naar smaak.
 
Na het solderen wordt het werkstuk goed schoongemaakt, zodat alle vloeimiddelen verdwenen zijn en het glas kan stralen.